Het jeugdteam

      Geen reacties op Het jeugdteam

Artikel is zaterdag 19 oktober aangepast. In 1988 debuteerde ik in de derde klasse van de KNSB. Dat werd een overwinning met wit; tegen een veel sterkere tegenstander speelde ik een partij uit één stuk. In de jaren erna heb ik soms vast, maar vaker niet of als invaller gespeeld. Na de derde klasse kwamen ook de tweede klasse en eerste klasse op mijn weg. Maar op zaterdag 12 oktober begon ik aan een nieuw hoofdstuk met een debuut in de vierde klasse. Had de KNSB in 1988 nog 12 klassen (1xH, 2×1, 3x2e en 6×3), is het nu niet meer te tellen. Wel maakt het de zaterdag een stuk gezelliger en in Voorschoten betekende dat vier wedstrijden tegelijkertijd. Door de afwezige teamleider Frank was ik gelokt met de belofte dat Philidor de jeugd extern een kans zou geven. Laten we het erop houden dat het deze wedstrijd deels is gelukt….
Onze tegenstander van vandaag had de eerste wedstrijd stevig verloren, onder meer doordat vier basisspelers ontbraken. Deze keer moest Voorschoten het met vijf vaste basisspelers doen. Niettemin hadden zij deze keer sterke vervangers weten op te trommelen. Nu is het wel duidelijk dat in deze vierde klasse de verschillen tussen de teams groot zijn. De wens van de KNSB om terug te gaan naar de piramide uit 1988 heeft als bijkomend effect dat het even zal duren voordat alle teams haar plekje hebben gevonden.
We bespreken de partijen op bordvolgorde, de exacte volgorde van de uitslagen heb ik niet beschikbaar.

Bord 1 Onno Verbaken – Marcus Driessen
Een bijzondere strijd ontspon zich op het eerste bord, waarbij zowel de witte als zwarte stukken bijzondere velden opzochten. Halverwege de wedstrijd leek de stelling op één van de proeven van Professor de Groot (Adriaan de Groot – Wikipedia), waar de plaatsing van de stukken door een dobbelsteen zijn bepaald. Voor een (deze) toeschouwer lastig te volgen, maar Onno wist duidelijk vorderingen te maken, offerde een kwaliteit voor meer controle en wist Marcus een paard afhandig te maken.
We laten Onno even zelf aan het woord:
Mijn partij met wit tegen Marcus Driessen ging prima. Het middenspel zat veel in. Zwart rokeerde lang en wit kort. Mijn paarden stonden wat vreemd, maar hielden druk op het centrum, en hadden de dreiging om de stelling van zwart binnen te komen. Echter liet zwart dit niet toe. Daarom forceerde ik de stelling en deed ik een kwaliteitsoffer. Dit gaf mij ruimte en spel. Het was nog lastig om een winnende voorzetting te vinden. De paarden kregen meer spel en hierdoor werd het lastig voor zwart. Uiteindelijk sloot ik het zwarte paard in, hierdoor had ik zwart in de tang en won ik de partij.

Bord 2 Roderick van Kempen – Bert van der Marel
Bij Bert had ik er al vroeg vertrouwen in dat alles nog bekend was. Dat krijg je als je al heel lang dezelfde openingen speelt. Aan de bar leek het toch allemaal minder bekend, behalve dat Bert er een paar decennia geleden redelijk hard vanaf was gegaan tegen een sterke Duitser. Deze kennis helpt dan wel weer om te bepalen welke zetten je beter niet kunt doen.
Bert over de partij: zelf deed ik iets fout in de opening, waarna Roderick wat tijd verloor. Na diverse suboptimale zetten over en weer kwam de volgende stelling op het bord:

Bord 3 Jan Aart van der Steen – Cato de Zoeten
Jan Aart had met wit een oude variant van stal gehaald. Hoewel Cato deze niet kende, wist ze goed raad met het ontstane stellingstype en reageerde prima. Daardoor kwamen we gelijk uit de opening en in het middelspel speelde Cato net wat handiger. Tijd voor Jan Aart om middels een zetherhaling remise aan te bieden. Gezien de stand op de andere borden ging Cato die uit de weg. Onder lichte tijdsdruk koos zwart voor een suboptimale afwikkeling. Net voor de tijdcontrole bood zwart een afruil van het laatste stuk aan. Wit had genoeg tijd om het overblijvende pionneneindspel te beoordelen. Die leek mij met grote zekerheid gewonnen. Grappig genoeg heeft de computer moeite met de stelling goed te beoordelen en komt pas na een periode ratelen tot de conclusie dat het helemaal uit is.
Geen sterke opening of middenspel, maar met het eindspel was ik wel tevreden.

36. …. Lc7 Zonde! De stelling is remise en 36. … e6 of e5 is voldoende.
37. Lxc7 Cato had hier geen rekening mee gehouden. In het overblijvende pionneneindspel kan wit de koningsvleugel vastzetten, indien nodig met Kd4-c3-d3 tempi winnen, is de breekzet c5 voorhanden en daarna valt de zwarte a-pion.
Er volgende nog:
37….. Kxc7
38. Ke3 Kb6
39. Kd4 g5 een aardige poging om wat tempi te winnen door later f5 te spelen. Hier had ik gezien dat dat niet ging werken; er volgde
40. g4 h6
41 h3 a5
42 a4 f5 daaristie
43 xf5 h5
44 c5+ cx5
45 Kc4 h4
46 d6 en zwart gaf op.

Bord 4 Jona van de Poel – Maxim Teianu
Op bord vier had Philidor in ieder geval een jeugdspeler meegebracht. We laten Maxim aan het woord:
Maxim played with the black pieces on board 4 against Jona van de Poel. Jona started out with the e4 2-knights variation against Maxim’s French defense. The game was balanced with good play by both players until the endgame. There though Jona made a positional mistake that allowed Maxim to infiltrate his defense and create a passed pawn that threatened to win the game. That diverted Jona’s pieces to the passed pawn, which allowed Maxim’s knight to pick up King side pawns. Jona resigned afterwards due to the big material disadvantage.

Bord 5 Tjeerd de Leede – Sander Hilarius
Tjeerd was voortvarend van start gegaan en een prachtige stelling opgebouwd, en ik had hier al een punt voor de onzen geteld. In het middenspel zag Tjeerd het goede plan, maar mistte helaas de afmaker. Zie de partij hieronder:

Na 15… Da3 heeft zwart zojuist een pionnetje op b2 gesnoept, waardoor de dame afzijdig is komen te staan. De zwarte damevleugel is verwaarloosd en Tjeerd gaat dan ook op de koning af:
16. d6! Tijdens de partij dacht ik dat 16 xc6 nog wat sterker was, maar Stockfish is het met Tjeerd eens (+7!)
16. ….. Dxd6
17. Txf7 Kh8 zwart speelde dit vrij snel, en dit geeft wit de kans om het in één klap uit te maken
18. Td1 ziet er logisch uit, maar De5 is de snelste weg naar succes
18….. Da3 weer terug naar dat troosteloze veld
19. Df2 met nog steeds voordeel voor wit, maar zwart leeft nog en niet veel later greep Tjeerd in de afwikkeling mis en verloor zelfs nog. Zonde.

Bord 6 Evan Los – Jonathan Vijver
Jonathan: ik speelde op bord 6 met zwart tegen Evan Los, jeugdlid van Voorschoten, Kennemer Combinatie en Philidor Leiden. Een gevaarlijke jonge speler dus, die het spelletje erg serieus neemt. Evan reageerde met c3 op de Siciliaan, wat via een zetverwisseling leidde tot de doorschuifvariant van het Frans. Al vroeg in de partij werden de dames geruild wat leidde tot een iets beter middenspel voor mij. Ik had met mijn pionnen iets meer controle in het centrum en was sterker op de half-open c-lijn. Uiteindelijk maakte Evan een fout waardoor ik een pion won, en al snel volgende een tweede pion. Hij probeerde nog wat pionnen terug te winnen, maar na een sterke verdediging gaf Evan het uiteindelijk toch op.

Bord 7 Yannick van Efferen – Luuk Weidema
Zo rond de zetherhaling in mijn eigen partij liep in een rondje om de stellingen van mijn teamgenoten te beoordelen. Het duurde niet lang voordat ik zag dat zwart in een gesloten stelling een hele toren miste. Hoe deze werd ontfutseld wil Yannick niet kwijt, waardoor hij het volgende verslag moet schrijven. Wel was dit het moment waarop Philidor voorsprong in de wedstrijd nam, en nooit meer afgaf.

Bord 8 Carsten van der Hoeven – Ton Kohlbeck
Ton kwam met zwart in een Scandinavische verdediging al snel zeer gerieflijk te staan met een groeiend overwicht tegen de witte koningsstelling. Een te laconieke verdediging bracht hem tot een aanval die snel in mat resulteerde.

Conclusies: de jeugd heeft de oudjes helemaal niet nodig. Dat gaat prima zonder. En met enige fantasie kunnen wij onszelf een jeugdig team noemen, als Oudere Jongeren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *